Het roestige toegangshek knarst en piept en opent zich met tegenzin, alsof het wil zeggen: ´Wat moet je hier?´ Voor Hilda is dat geen vraag.
Ze is bijna op de plek van haar bestemming: het graf van haar ouders. Zes dagen heeft ze gelopen, van haar woonplaats Emmen naar Hemmen. Een week geleden werd ze zevenenzestig. Het afscheid van een werkend bestaan, het begin van een nieuwe fase in haar leven. Een dag later begon ze aan deze langeafstandswandeling, die voor haar de betekenis van een pelgrimage heeft.
Dit is het begin van een verhaal over een vrouw die de Goede Week – van Palmpasen tot Pasen – in het dorp van haar jeugd doorbrengt. Daar ontmoet ze allerlei mensen, die ieder op hun eigen manier omgaan met het leven en met wat dat brengt aan verlies en vreugde, vallen en opstaan. Het mysterie van het bijbelse passieverhaal en de verhalen van de personages verweven zich met elkaar en komen tot een climax in een paaswake in en rond het kerkje van Hemmen.